Responsive image

Artikel 2

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 2

Artikel 2 heeft betrekking op de wijzigingen in de toepassingsverordening.

1.Een nieuwe overweging 18 bis wordt ingevoegd om te verwijzen naar de speciale procedure die van toepassing is indien een lidstaat niet in staat is de gemiddelde jaarlijkse kosten per persoon voor elke leeftijdsgroep in een bepaald referentiejaar mee te delen voor de toepassing van de vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen op basis van vaste bedragen.

2.Overweging 19 wordt gewijzigd om de verwijzing naar Richtlijn 2008/55/EG van 26 mei 2008 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen, die inmiddels is vervangen door Richtlijn 2010/24/EU betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen 27 .

3.Nieuwe overwegingen 25 en 26 worden toegevoegd om te verwijzen naar nieuwe bepalingen ter bestrijding van fraude en fouten in overeenstemming met de EU-beginselen inzake gegevensbescherming.

4.Artikel 1 wordt gewijzigd door de opneming van een nieuwe definitie van "fraude" in het licht van de nieuwe bepaling in artikel 5, lid 2. Deze is gebaseerd op de definitie die wordt gebruikt in de mededeling: "Het recht van vrij verkeer van EU-burgers en hun gezinsleden: vijf stappen die een verschil maken" 28 .

5.Artikel 2 wordt gewijzigd om te voorzien in een grond voor lidstaten om op gezette tijden persoonsgegevens van personen op wie de verordeningen van toepassing zijn te mogen uitwisselen, om het gemakkelijker te maken fraude of fouten in de toepassing van de regelgeving op te sporen. Gegevensoverdrachten uit hoofde van deze bepaling zijn onderworpen aan de verplichtingen van artikel 77 van de basisverordening dat de verzending van gegevens moet gebeuren met inachtneming van de EU-voorschriften op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

6.Artikel 3, lid 3, wordt gewijzigd om de rechten van de betrokkene op grond van de gegevensbeschermingswetgeving van de EU te specificeren en bepaalt ook dat een betrokkene erom kan verzoeken dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij/zij woont de verzoeken van de betrokkene over persoonsgegevens die op grond van deze verordeningen worden verwerkt coördineert.

7.Artikel 5 wordt in die zin gewijzigd dat een door een orgaan afgegeven verklaring slechts geldig is als alle verplichte informatie is ingevuld.

Het orgaan van afgifte is verplicht om desgevraagd de gronden voor de afgifte van het document te toetsen en, indien nodig, het document binnen 25 werkdagen te rectificeren of in te trekken. In geval van fraude door de aanvrager heeft de intrekking van een document terugwerkende kracht.

Het orgaan van afgifte zendt het verzoekende orgaan binnen een termijn van 25 werkdagen, of twee werkdagen in geval van aantoonbare noodzaak, alle beschikbare bewijsstukken door waarop het zijn besluit heeft gebaseerd.

8.Artikel 14, lid 1, wordt gewijzigd zodat het aansluit bij de wijzigingen in artikel 12, lid 1, van de basisverordening. Daarin wordt bovendien bepaald dat de eis dat een ter beschikking gestelde of uitgezonden werknemer voorheen was aangesloten bij het socialezekerheidsstelsel van de uitzendende lidstaat, geen aansluiting verlangt in dezelfde lidstaat waar zijn/haar werkgever is gevestigd.

9.Artikel 14, lid 5, onder a), verduidelijkt dat artikel 13, lid 1, onder b), i), van de basisverordening, waarin wordt bepaald dat op een werknemer de wetgeving van toepassing is van de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de werkgever of de onderneming zich bevindt, alleen van toepassing is indien de werkgever of de onderneming in kwestie normaliter substantiële werkzaamheden verricht in die lidstaat. Indien dit niet het geval is, is op de werknemer de wetgeving van toepassing van de lidstaat waar de werkgever of de onderneming haar voornaamste werkzaamheden heeft of het centrum van belangen is gevestigd. Deze vaststelling moet gebeuren in overeenstemming met de criteria die zijn vastgesteld in artikel 14, leden 9 en 10, van de toepassingsverordening. De tweede alinea van lid 5 bis wordt geschrapt, omdat deze overbodig is in het licht van de wijzigingen in artikel 11, lid 5, van de basisverordening.

10.Artikel 14, lid 12, wordt ingevoegd om te voorzien in collisieregels voor situaties waarin een persoon die in een derde land woont waar de verordening niet van toepassing is, zijn/haar werkzaamheden, al dan niet in loondienst, in twee of meer lidstaten verricht en die onder de socialezekerheidswetgeving van een van deze lidstaten vallen. De wijziging zorgt ervoor dat een dergelijke persoon alleen onderworpen zal zijn aan de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de onderneming of zijn/haar werkgever of het centrum van belangen van zijn/haar werkzaamheden zich bevindt.

11.Artikel 15, lid 2, wordt gewijzigd om te voorzien in de afgifte van een "Portable document A1" ("PDA1") aan leden van het cockpit- en het cabinepersoneel, bedoeld in artikel 11, lid 5, van de basisverordening.

12.Artikel 16 wordt gewijzigd om de procedure voor het bepalen van de toepasselijke wetgeving in het geval van werkzaamheid in twee of meer lidstaten te stroomlijnen. De leden 1 en 5 bepalen dat een werkgever de procedure namens zijn werknemers in gang kan zetten en dat de werkgever in kennis wordt gesteld van het besluit over welke socialezekerheidswetgeving van toepassing is. Wijzigingen in lid 2 bepalen dat het orgaan waar de werkgever is gevestigd, tevens in kennis wordt gesteld van het besluit. De wijziging van lid 3 bepaalt dat de huidige procedure, waarbij eerst een voorlopige vaststelling wordt gedaan die pas definitief wordt als geen ander betrokken orgaan deze beslissing binnen twee maanden betwist, wordt beperkt tot situaties waarin het orgaan van de woonplaats bepaalt dat de wetgeving van een andere lidstaat van toepassing is.

13.Artikel 19 wordt gewijzigd zodat wordt bepaald dat de bevoegde organen verplicht zijn de desbetreffende gegevens te verifiëren alvorens een PDA1 af te geven waarin het toepasselijke recht voor de houder ervan wordt vastgesteld. Dit is in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie 29 . Het bepaalt ook dat socialezekerheidsorganen en arbeidsinspecties, belastingdiensten en immigratiediensten het recht hebben om rechtstreeks informatie uit te wisselen over de socialezekerheidsstatus van de betrokkenen met het oog op de handhaving van de wettelijke verplichtingen in verband met werkgelegenheid, gezondheid en veiligheid, immigratie en belastingen (details van dergelijke uitwisselingen moeten worden vastgesteld bij besluit van de Administratieve Commissie). De bevoegde autoriteit moet specifieke en adequate informatie aan de betrokkenen verstrekken over de doeleinden waarvoor persoonsgegevens worden verwerkt.

14.Hoofdstuk 1 van Titel III wordt gewijzigd om de toepassing ervan uit te breiden tot prestaties bij langdurige zorg.

15.Artikel 23, artikel 24, lid 3, artikel 28, lid 1, en de artikelen 31 en 32 worden gewijzigd zodat deze artikelen van toepassing zijn op prestaties bij langdurige zorg. In het geval van bijzondere stelsels voor ambtenaren, moeten zij worden vermeld in bijlage 2.

16.De tweede alinea van artikel 43, lid 3, die betrekking heeft op situaties waarin de nationale wetgeving verschillende waarden aan verzekeringstijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering toekent en het bevoegde orgaan het voor het betrokken tijdvak verschuldigde bedrag niet kan bepalen, wordt geschrapt. Dit volgt op een beoordeling door de Administratieve Commissie, die concludeerde dat dit voorschrift niet langer nodig is.

17.Artikel 55, lid 4, wordt gewijzigd om de controleprocedure bedoeld in de derde alinea te versterken door de maandelijkse follow-upverslagen verplicht te stellen.

18.Artikel 55, lid 7, wordt gewijzigd zodat de huidige bepalingen over de export van werkloosheidsuitkeringen van overeenkomstige toepassing zijn in het geval van export op grond van het nieuwe artikel 64bis van de basisverordening.

19.Het nieuwe artikel 55bis wordt ingevoegd uit hoofde van artikel 64bis van de basisverordening om ervoor te zorgen dat het bevoegde orgaan van de lidstaat waar de betrokkene vroeger verzekerd was, alle informatie krijgt die nodig is voor de beoordeling van het recht op werkloosheidsuitkering voor de betrokkene.

20.Artikel 56 wordt gewijzigd zodat het aansluit bij de wijzigingen in artikel lid 65 van de basisverordening.

21.De naam van hoofdstuk I van Titel IV wordt gewijzigd om duidelijk te maken dat dit hoofdstuk tevens van toepassing is op vergoeding van prestaties bij langdurige zorg op basis van werkelijke uitgaven of vaste bedragen.

22.Het eerste streepje van artikel 64, lid 1, wordt gewijzigd om de nauwkeurigheid te verbeteren van de methode voor de berekening van de op vaste bedragen gebaseerde vergoeding tussen lidstaten als bedoeld in artikel 24, lid 1, en de artikelen 25 en 26 van de basisverordening, aan de hand van drie verschillende leeftijdsgroepen in verband met personen van 65 jaar en ouder.

23.Artikel 65, lid 1, betreffende de vergoeding van verstrekkingen op basis van vaste bedragen wordt gewijzigd om te verduidelijken dat, indien een lidstaat niet in staat is binnen de voorgeschreven termijn kennisgeving te doen van de gemiddelde jaarlijkse kosten voor een bepaald jaar, de Administratieve Commissie er desgevraagd mee kan instemmen dat gebruik wordt gemaakt van de gemiddelde jaarlijkse kosten die voor het onmiddellijk daaraan voorafgaande jaar in het Publicatieblad worden bekendgemaakt. Deze afwijking mag niet worden verleend voor opeenvolgende jaren.

24.Artikel 70 wordt geschrapt als gevolg van de wijzigingen van artikel 65 van de basisverordening, waarmee de vergoedingsregels voor werkloosheidsuitkeringen aan voormalige grensarbeiders worden afgeschaft.

25.In artikel 73 worden de leden 1 en 2 gewijzigd en wordt lid 3 ingevoegd om de toepassing van de verrekeningsprocedure op de betaling van schuldvorderingen uit te breiden tot gevallen die voortvloeien uit een wijziging van de toepasselijke wetgeving met terugwerkende kracht. Bovendien wordt lid 4 ingevoegd om ervoor te zorgen dat de verrekeningsprocedure tussen de organen niet wordt belemmerd door in de nationale wetgeving vastgestelde termijnen. Rekening houdend met het feit dat in artikel 82, lid 1, onder b), van de toepassingsverordening reeds een termijn van vijf jaar is opgenomen voor de terugvorderingsprocedure, wordt lid 5 ingevoegd om ervoor te zorgen dat eveneens een verjaringstermijn van vijf jaar van toepassing is op de verrekeningsprocedure op grond van dit artikel 73, terugrekenend vanaf de datum waarop de procedure voor de beslechting van geschillen tussen lidstaten als bedoeld in artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 3, van de toepassingsverordening is begonnen.

26.De artikelen 75 tot en met 82 en artikel 84 worden gewijzigd en artikel 85bis wordt ingevoegd om de terugvorderingsprocedures in hoofdstuk III van titel V van de toepassingsverordening bij te werken. De bestaande procedures zijn gebaseerd op die welke zijn opgenomen in Richtlijn 2008/55/EG, die inmiddels is vervangen door Richtlijn 2010/24/EU. De wijzigingen voorzien met name in een uniform instrument dat moet worden gebruikt voor handhavingsmaatregelen alsmede standaardprocedures voor verzoeken om wederzijdse bijstand en notificaties van akten en beslissingen met betrekking tot een schuldvordering.

27.Artikel 75 wordt gewijzigd om de lidstaten een rechtsgrondslag te bieden om gebruik te maken van de uitgewisselde informatie op het door deze verordening bestreken gebied, ook bij de beoordeling en handhaving van belastingen en rechten die onder Richtlijn 2010/24/EU vallen. Voorts wordt een rechtsgrondslag ingevoerd op grond waarvan autoriteiten zonder voorafgaand verzoek informatie mogen uitwisselen in geval van terugbetaling van de socialezekerheidspremies.

28.Artikel 76 wordt gewijzigd om de mogelijkheid van de lidstaten om te weigeren inlichtingen te verstrekken te beperken wanneer die van nut zouden zijn voor de invordering van een schuldvordering.

29.Artikel 77 wordt gewijzigd om een uniform notificatieformulier in te voeren. De wijziging verduidelijkt ook dat een verzoek om notificatie moet worden gedaan indien de lidstaat van de verzoekende partij de notificatie volgens zijn regels niet zelf kan doen, of indien een kennisgeving door die lidstaat buitensporige problemen zou veroorzaken.

30.Artikel 78 wordt gewijzigd door de invoering van uitzonderingen op de verplichting van de lidstaat om bijstand te bieden in een invorderingsprocedure voor gevallen waarin het duidelijk is dat er geen zicht is op volledige invordering of de procedure buitensporige problemen zou veroorzaken.

31.Artikel 79 wordt gewijzigd door de invoering van een uniforme executoriale titel van invorderingen, die rechtstreeks kan worden erkend in een andere lidstaat. De invoering van een uniforme executoriale titel werd sterk gesteund door de vertegenwoordigers van de lidstaten in de Administratieve Commissie 30 .

32.Artikel 80 wordt gewijzigd om de gevallen te verduidelijken waarin de aangezochte partij gemaakte kosten mag inhouden op de ingevorderde schuldvordering.

33.In artikel 81 worden de bepalingen betreffende betwisting aangepast om rekening te houden met de wijzigingen op het gebied van notificatie en de uniforme executoriale titel.

34.Artikel 82 wordt gewijzigd om de verjaringstermijnen te verduidelijken die gelden voor verzoeken om bijstand met betrekking tot schuldvorderingen ouder dan vijf jaar.

35.Artikel 84 wordt gewijzigd om te verduidelijken wanneer een lidstaat kan verzoeken om bijstand bij het toepassen van conservatoire maatregelen. Verder wordt bepaald dat in een document dat is opgesteld om conservatoire maatregelen in de lidstaat van de verzoekende partij toe te staan, geen erkenning, aanvulling of vervanging van dit document mag worden verlangd.

36.Artikel 85 wordt gewijzigd om een bepaling te introduceren die duidelijkheid verschaft over de verplichting van de verzoekende partij om de door de aangezochte partij gemaakte kosten in verband met de invordering te vergoeden, wanneer deze kosten niet kunnen worden ingevorderd van de debiteur of kunnen worden ingehouden op de vordering.

37.Artikel 85bis wordt geïntroduceerd om ambtenaren van de verzoekende partij toe te staan deel te nemen aan de invorderingsprocedure in een andere lidstaat, wanneer dat is overeengekomen tussen de partijen en in overeenstemming is met de regelingen van de aangezochte partij.

38.Artikel 87, lid 6, wordt gewijzigd om de uitzondering op het in dat artikel neergelegde beginsel van kosteloze administratieve samenwerking door de verplichting tot terugbetaling van de kosten van geneeskundige onderzoeken en administratieve controles die zijn verricht door het orgaan van de woon- of verblijfplaats in gevallen waarin dat orgaan de bevindingen gebruikt om aan verplichtingen op grond van haar eigen wetgeving te voldoen.

39.Artikel 89, lid 3, wordt geschrapt omdat deze bepaling nu is opgenomen in artikel 75bis van de basisverordening.

40.Artikel 92 wordt geschrapt als gevolg van de wijzigingen in artikel 88 van de basisverordening.

41.Artikel 93 wordt gewijzigd en artikel 94bis wordt ingevoegd om te verwijzen naar de overgangsbepalingen in artikel 87ter van de basisverordening en de bijzondere overgangsbepalingen voor de coördinatie van werkloosheidsuitkeringen voor voormalige grensarbeiders.

42.Artikel 96 wordt gewijzigd zodat wordt bepaald dat bevoegde organen bij het uitvoeren van valutaomrekening overeenkomstig artikel 107 van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen 31 , kunnen verwijzen naar de wisselkoersen die overeenkomstig artikel 90 van de toepassingsverordening bekend worden gemaakt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.